De overdrachtsbelasting bij een (gefaseerde) bedrijfsoverdracht via een personenvennootschap: keuzes en valkuilen. Deel 2: de vrijstelling van artikel 15.1.e. WBR
In het midden- en kleinbedrijf vinden veel bedrijfsoverdrachten plaats binnen de familiekring. De overdracht vindt vaak gefaseerd plaats doordat in een tussenfase het bedrijf wordt geëxploiteerd binnen het verband van een personenvennootschap tussen overdrager en overnemer.
In dit artikel wordt ingegaan op de aandachtspunten bij dit opvolgingsproces op het gebied van de overdrachtsbelasting. De wetgever heeft in hoge mate eventuele belemmeringen bij dit proces voor wat betreft de overdrachtsbelasting weg willen nemen door het creëren van vrijstellingen. Die vrijstellingen zijn echter aan belangrijke voorwaarden gebonden, mede om onbedoelde (te) ruime toepassing van die vrijstellingen te voorkomen. Met goede kennis van de strekking van en de voorwaarden bij die vrijstellingen kunnen ‘ongelukken’ worden voorkomen. Een onvoorziene heffing van overdrachtsbelasting kan met het huidige (algemene) tarief van 8% immers snel in de papieren lopen.
In deel 1 (PEN 2021/47) is stilgestaan bij de vrijstelling voor bedrijfsoverdracht in familiekring, opgenomen in artikel 15.1.b. WBR.
In deze e-learning staat de inbrengvrijstelling centraal van artikel 15, eerste lid, aanhef onderdeel e, sub 1 WBR.
Auteur: mr. A. (André) Verduijn RB
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.