Aanbiedingsplicht geldt doordat letterlijke bewoordingen van de statuten de bedoeling van partijen niet goed weergeeft
Casus A was aandeelhouder en enig bestuurder van X BV. B en C waren samen grootaandeelhouder en bestuurder van Y BV. X BV en Y BV houden ieder 50% van de aandelen in Z BV, waarvan zij ook samen bestuurder zijn. Op enig moment dragen B en C hun aandelen in Y BV over aan een derde. In de statuten van Z BV is bepaald dat indien de zeggenschap over een rechtspersoon door een ander wordt verkregen, een aanbiedingsplicht geldt. X BV stelt dat Y BV de aanbiedingsplicht moet nakomen. Rechtban…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.