Bij onderhandse verkoop ex 3:268 lid 2 BW moet uitdrukkelijk om ontruimingstitel worden verzocht
CasusA heeft ten behoeve van bank B een recht van hypotheek gevestigd op een onroerende zaak. Op enig moment is A in verzuim, zodat B de parate executie van de onroerende zaak heeft aangezegd. In de periode tussen de aankondiging en de dertigdagentermijn van art. 516 Rv is door C een onderhands bod op het pand uitgebracht bij de veilingnotaris (art. 547 lid 2 Rv). Tussen B en C is een koopovereenkomst gesloten, die op grond van art. 3:268 lid 2 BW ter goedkeuring aan de …
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.