Goedkeurend beleid voor monumentenvrijstelling geldt niet voor oude gevallen; belanghebbende niet-ontvankelijk
CasusA verkrijgt op 2 oktober 2007 een onroerende zaak die is aangemerkt als rijksmonument. Ter zake van deze verkrijging voldoet A overdrachtsbelasting. Op 15 februari 2010 verzoekt A de Staatssecretaris van Financiën om teruggaaf van de door hem betaalde overdrachtsbelasting, gelet op de uitspraak van Hof Den Haag van 1 mei 2009 (nr 07/00421, ECLI:NL:GHSGR:2009:BI3637). In die uitspraak oordeelde Hof Den Haag dat de monumentenvrijstelling ook van toepassig is op de verkrijging van een mo…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleProcedureverloop
Hoge Raad, 13-07-2012, ECLI:NL:HR:2012:BX1402
Gerechtshof Leeuwarden, 03-01-2012, ECLI:NL:GHLEE:2012:BV0221
Gerelateerde wetstoelichtingen
Beschikking geen aanslag (art. 12 AWR)
Monumentenvrijstelling (vervallen) (art. 15.1.p WBR)