In casu wegens fraus legis vrijgevallen herinvesteringsreserve wordt belast bij fiscale eenheid na ontvoeging dochtermaatschappij
CasusX BV heeft op 5 september 2001 alle aandelen in I BV geleverd gekregen. Een dag later verkoopt I BV een aantal onroerende zaken met een boekwinst van ongeveer € 875.000, waarvoor een herinvesteringsreserve wordt gevormd. Per 1 januari 2002 is I BV toegevoegd aan de fiscale eenheid met X BV als moedermaatschappij. Op 23 april 2004 om 10.53 uur koopt I BV de economische eigendom van een in Zwitserland gelegen hotel. Dezelfde dag om 11.00 uur levert X BV alle aandelen in I BV aan een der…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleProcedureverloop
Gerechtshof Amsterdam, 08-01-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:184
Hoge Raad, 23-05-2014, ECLI:NL:HR:2014:1186
Gerelateerde wetstoelichtingen
Handel in herinvesteringslichamen (art. 12a Wet Vpb)
Herinvesteringsreserve (art. 3.54 Wet IB 2001)