Niet voldaan aan voorwaarde voor opeisbaarheid vorderingen op langstlevende, want geen aanspraak op overheidsvergoeding

CasusA en B hebben na het overlijden van een ouder een niet-opeisbare vordering verkregen op de langstlevende ouder. In het testament van de erflater is bepaald dat de vorderingen opeisbaar worden indien 'mijn echtgenote haar intrek neemt in een verzorgingstehuis, bejaardenoord of verpleeghuis; en voor zover de niet-opeisbaarheid een succesvol beroep op een bijdrage van de overheid in de kosten van verzorging of levensonderhoud in de weg staat'. De langstlevende huurt een appartement…