OBV-vordering was verjaard vanwege opeisbaarheidsclausule
CasusIn 1993 is de moeder van K overleden. In haar testament had moeder een ouderlijke boedelverdeling opgenomen. Uit hoofde hieruit heeft X een vordering op haar vader. In het testament van moeder is bepaald dat de vordering onder andere opeisbaar is in geval vader overlijdt of ongehuwd gaat samenwonen. Vader gaat in 1994 ongehuwd samenwonen en overlijdt in 2014. Vader heeft zijn vriendin (V) tot enig erfgename benoemd. Tussen X en V is in geschil of de OBV-vordering die X in 1993 heeft…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerde wetstoelichtingen
Boek 4 BW OUD (art. 877 - 1176 OBW)
Verjaring rechtsvordering (art. 3:306 - 3:326 BW)
Wettelijke verdeling (art. 4:13 - 4:18 BW)