Onbelangrijk verzuim uit art. 2:248 BW ziet op het bestuur als zodanig, niet op de individuele bestuurder
CasusVan 1994 tot 2005 is X bestuurder van A BV geweest. A BV is sinds 26 augustus 1994 enig aandeelhouder en enig bestuurder van B BV en sinds 26 juli 2004 van C BV. Op 28 juli 2005 zijn deze drie vennootschappen in staat van faillissement verklaard.De faillissementscurator eist veroordeling van X tot betaling van een bedrag gelijk aan de tekorten in de faillissementen van de drie vennootschappen wegens kennelijk onbehoorlijk bestuur in de zin van art. 2:248 BW door X (bij B BV en C…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.