Onjuiste opgave rangorde pandrecht vormt onrechtmatige daad bestuurder
CasusA is bestuurder van X BV. X BV heeft een pandrecht verstrekt aan Y BV waarvan A ook (enig) bestuurder en aandeelhouder is. A verklaart, in strijd met de waarheid, in een latere pandakte dat X BV bevoegd was om aan de bank van X BV een eerste pandrecht te verschaffen op al haar tegenwoordige en toekomstige goederen. A stelt dat hem als niet-jurist deze finesses van het pandrecht niet bekend waren, en hij in de veronderstelling verkeerde dat aan de nieuwe bank (net als daarvoor aan…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.