Ontslag als bestuurder BV impliceert niet einde aandeelhouderschap
CasusA, B en C zijn de enig aandeelhouders en bestuurders van D BV. Nadat A door de algemene vergadering is ontslagen als bestuurder, stelt A dat zij door gedragingen van B en C zodanig in haar rechten en/of belangen wordt geschaad dat het voortduren van haar aandeelhouderschap in redelijkheid niet meer van haar gevergd kan worden en vordert dat B en C haar op de voet van art. 2:343 BW zullen uitkopen. De schadelijke gedragingen bestaan uit de voordracht van en instemming met het ontslagb…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.