Toepassing van nominaliteitsleer bij vergoedingsrechten ontstaan voor 1 januari 2012 in casu niet onaanvaardbaar
CasusM en V waren gehuwd buiten iedere gemeenschap van goederen, met een – niet verjarend – periodiek verrekenbeding ten aanzien van overgespaarde inkomsten. Zij scheidden in 2011 van echt. V had bij het aangaan van het huwelijk een vordering van ƒ 40.575 op M. Tijdens het huwelijk heeft V aan M geld voor de aankoop van een woning geleend en heeft zij enkele jaren op de hypotheekschuld van M afgelost.V stelt dat op haar vergoedingsrechten de beleggingsl…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
