Verhypothekeren van het enige bezit van een BV terwijl de aandelen al verpand zijn is onrechtmatige daad van de BV
CasusOp 2 september 2004 komt een kredietovereenkomst tot stand tussen Bank B enerzijds en aan de andere kant X en zijn echtgenote. B krijgt zekerheid in de vorm van een pandrecht op de aandelen die X, als enig aandeelhouder, houdt in A BV. Het vermogen van A BV bestaat uit een landgoed, in 2004 waard ongeveer € 4.000.000. Partijen meenden dat de doelomschrijving van A BV de vestiging van een recht van hypotheek op het landgoed ten behoeve van B niet toestond. In de pandovereenkomst…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleProcedureverloop
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-10-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:8434
Rechtbank Gelderland, 28-09-2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:5312
Gerelateerde wetstoelichtingen
Aansprakelijkheid van een bestuurder (art. 2:9 en 2:11 BW)
Hypotheek algemeen (art. 3:260 BW)
Onrechtmatige daad (art. 6:162 BW)