Vernietiging wegens wederzijdse dwaling inzake toepassing vrijstelling art. 15.1.h WBR
Casus K BV heeft in 1988 een aantal bedrijfspanden gekocht van vier zustervennootschappen. In de leveringsakte wordt een beroep gedaan op de vrijstelling van overdrachtsbelasting bedoeld in art. 15.1.h WBR (tekst 1988). K BV en haar zustervennootschappen zijn op grond van een advies van een accountant en een belastingadviseur uitgegaan van de toepasselijkheid van deze vrijstelling. De Inspecteur oordeelt dat de vrijstelling niet van toepassing is en legt een naheffingsaanslag op. Vervolgen…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleProcedureverloop
Hoge Raad, 12-07-2002, ECLI:NL:HR:2002:ZC8145
Parket bij de Hoge Raad, 12-07-2002, ECLI:NL:PHR:2002:ZC8145
Gerelateerde wetstoelichtingen
Teruggaaf van overdrachtsbelasting bij herstel in oude toestand (art. 19 WBR)