Voortgezet gebruik huurpand
Casus Verhuurder A verhuurt een bedrijfsruimte aan B BV. Met toestemming van A heeft B BV een gedeelte van de bedrijfsruimte onderverhuurd aan C BV, de franchisegever van D BV. D BV heeft het feitelijk gebruik van de bedrijfsruimte gehad en de huurvergoeding voor de onderhuur wordt ook door D BV voldaan. De huurprijs die D BV betaalt aan B BV is lager dan de huur die B BV op haar beurt verschuldigd is aan A. Per 15 maart 2008 is de huurovereenkomst tussen A en B BV ontbonden. Sindsdien heeft D…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerde wetstoelichtingen
Ongerechtvaardigde verrijking (art. 6:212 BW)
Verplichtingen van de huurder (art. 7:212-225 BW)