Kennisbank voor het notariaat

Fictief vruchtgebruik

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.


Inloggen via Legal Intelligence

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Met deze rekentool kunt u de waarde van het fictieve vruchtgebruik van de langstlevende berekenen.

Als de wettelijke verdeling van toepassing is én over de niet-opeisbare onderbedelingsvorderingen is een rente verschuldigd die gelijk is aan de wettelijke rente voor zover dit percentage hoger is dat zes (art. 4:13 lid 4 BW), dan worden deze onderbedelingsvorderingen voor de berekening van het fictieve vruchtgebruik aangemerkt als renteloos (art. 21 lid 15 SW). Hetzelfde geldt voor de geldvordering die een legitimaris op de langstlevende heeft in geval van de wettelijke verdeling en waarop het rentepercentage van art. 4:84 BW van toepassing is.

Redactieopmerkingen:

  • Deze rekentool is niet geschikt voor niet-opeisbare vorderingen waarbij een andere variabele rente is overeengekomen dan een renteclausule overeenkomstig art. 4:13 lid 4 BW.

  • In de literatuur wordt de vraag gesteld of art. 21 lid 15 SW van overeenkomstige toepassing is op een niet-opeisbare vordering op grond van een quasi-wettelijke verdeling of een legaat, waarbij een renteclausule is opgenomen die verwijst naar art. 4:13 lid 4 BW.

  • In de literatuur wordt de vraag gesteld of art. 21 lid 15 SW van overeenkomstige toepassing is op een legitimaire vordering die niet opeisbaar is op grond van art. 4:82 en 83 BW. In dat geval is de rentevergoeding gelijk aan de situatie dat de wettelijke verdeling van toepassing is (art. 4:84 BW). In de literatuur wordt wel verdedigd dat art. 21 lid 15 SW in deze situatie mag worden ingelezen of zo nodig van overeenkomstige toepassing worden verklaard, mede omdat de legitieme portie van dwingend recht is en de testateur geen invloed kan uitoefenen op de rentebepaling.