Hof stelt prejudiciële vragen over de term 'wettelijk vertegenwoordiger' in art. 4:193 BW
Casus E heeft in haar testament haar broer tot enig erfgenaam benoemd. Omdat deze broer de nalatenschap heeft verworpen en de ouders van E zijn vooroverleden, komt de nalatenschap toe aan de zus van E (X). Over de goederen van X is een bewind op grond van art. 1:431 BW ingesteld. De bewindvoerder (Y) heeft de Kantonrechter verzocht haar machtiging te verlenen de nalatenschap van E te verwerpen, maar dit is niet-ontvankelijk verklaard. In hoger beroep is in geding of een beschermingsbewindvoerde…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.