Aftrek IB-latentie naar evenredigheid toerekenen aan voorwaardelijk vrijgesteld en niet-vrijgesteld deel van de BOF SW
Aan Rechtbank Zeeland-West-Brabant is de vraag voorgelegd of bij toepassing van de BOF SW de inkomstenbelastinglatentie (IB-latentie) naar evenredigheid moet worden toegerekend aan het voorwaardelijk vrijgestelde en niet-vrijgestelde gedeelte van de schenking. De Rechtbank oordeelde dat dit het geval is. De aftrek van de IB-latentie dient ertoe cumulatie van inkomstenbelasting en erf- of schenkbelasting te voorkomen. Indien de verkrijging, waarop de IB-latentie betrekking heeft, is vrijgesteld vindt in zoverre geen cumulatie van heffingen plaats. In cassatie heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de cassatiemiddelen falen omdat de Rechtbank op goede gronden een juiste beslissing heeft genomen.
Instantie | Hoge Raad |
Uitspraakdatum | 14-04-2017 |
ECLI | ECLI:NL:HR:2017:674 |
Zaaknummer | 16/02345 |
Bijzondere kenmerken | Cassatie |
Vindplaatsen | |
|
Aan Rechtbank Zeeland-West-Brabant is de vraag voorgelegd of bij toepassing van de BOF SW de inkomstenbelastinglatentie (IB-latentie) naar evenredigheid moet worden toegerekend aan het voorwaardelijk vrijgestelde en niet-vrijgestelde gedeelte van de schenking. De Rechtbank oordeelde dat dit het geval is. De aftrek van de IB-latentie dient ertoe cumulatie van inkomstenbelasting en erf- of schenkbelasting te voorkomen. Indien de verkrijging, waarop de IB-latentie betrekking heeft, is vrijgesteld…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerde wetstoelichtingen
Aftrekbare schulden en lasten (art. 20 SW)
Voorwaardelijke vrijstelling (art. 35b SW)