Kennisbank voor het notariaat

Bedrijfsopvolgingsregeling SW vormt onaanvaardbare discriminatie als bedoeld in EVRM en IVBPR

Een erfgenaam verkrijgt niet-ondernemingsvermogen krachtens erfrecht en verzoekt ter zake daarvan om toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet 1956. Naar zijn mening is deze regeling in strijd met het discriminatieverbod zoals dat is vastgelegd in het EVRM en IVBPR; de bedrijfsopvolgingsregeling zou ook van toepassing moeten zijn op zijn verkrijging.
De Rechtbank oordeelt dat de aanvaardbaarheid van het onderscheid tussen ondernemingsvermogen en privévermogen zijn grenzen vindt ‘…daar waar het leidt tot een begunstiging van ondernemingsvermogen die veel verder gaat dan ook maar enigszins redelijk is – met inachtneming van het beginsel dat de wetgever hierbij een ‘wide margin of appreciation’ heeft – gezien het met het onderscheid beoogde doel.’
Volgens de Rechtbank heeft de wetgever de grenzen van redelijkheid overschreden en worden gelijke gevallen ongelijk behandeld terwijl daar geen objectieve en redelijke rechtvaardiging voor bestaat.
De Staatssecretaris van Financiën heeft in reactie op Kamervragen aangegeven te verwachten dat de uitspraak van Rechtbank Breda in hoger beroep niet in stand blijft; de uitspraak van de Hoge Raad van 9 december 2011 (nr 11/02099, LJN BU6998) is volgens de staatssecretaris nog steeds leidend. Hij beraadt zich op mogelijkheden om bezwaarschriften op een zo doelmatig mogelijke wijze te behandelen.

Bekijk samenvatting procedure
Instantie Rechtbank Breda
Uitspraakdatum 13-07-2012
ECLI ECLI:NL:RBBRE:2012:BX3386
Zaaknummer 11/5509
Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Download
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
  • V-N Vandaag 2012/1914
  • V-N 2012/43.20 met annotatie van Redactie
  • RN 2012/100
  • FutD 2012-1967 met annotatie van Fiscaal up to Date
  • NTFR 2012/1997 met annotatie van Mr. F.A.M. Schoenmaker

Een erfgenaam verkrijgt niet-ondernemingsvermogen krachtens erfrecht en verzoekt ter zake daarvan om toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet 1956. Naar zijn mening is deze regeling in strijd met het discriminatieverbod zoals dat is vastgelegd in het EVRM en IVBPR; de bedrijfsopvolgingsregeling zou ook van toepassing moeten zijn op zijn verkrijging.De Rechtbank oordeelt dat de aanvaardbaarheid van het onderscheid tussen ondernemingsvermogen en privévermogen zijn gr…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.


Inloggen via Legal Intelligence

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle