Bestuurder handelt onrechtmatig door rechtshandeling in oprichtingsfase te bekrachtigen en zo persoonlijke aansprakelijkheid af te wentelen op de BV
X is bestuurder van A BV en is namens B BV i.o. een huurovereenkomst aangegaan met Y. De oprichting van B BV wordt op 25 maart 2013 bekrachtigd door A BV (indirect dus door X). Vlak voor de bekrachtiging op 20 maart is aan Y medegedeeld dat B BV niet in staat is om de huurpenningen te voldoen. Dit bericht is nogmaals bevestigd op 27 maart 2013. Na 1 april 2013 wordt dan ook geen huur meer betaald. In geschil is of X (indirect, via A BV) als bestuurder van B BV door het bekrachtigen van de huurovereenkomst hoofdelijk aansprakelijk is op grond van art. 2:203 BW voor de gelede schade.
Het Hof is van mening dat X (indirect, via A BV op grond van art. 2:11 BW) als bestuurder onrechtmatig heeft gehandeld door de huurovereenkomst te bekrachtigen. X heeft geen feiten en omstandigheden kunnen aanvoeren waaruit volgt de financiële situatie wezenlijk was verbeterd ten opzichte van het bericht van 20 maart 2013. X heeft herhaaldelijk aangevoerd vertrouwen te hebben in de onderneming maar dit niet onderbouwd met stukken die een gerechtvaardigde verwachting scheppen dat de financiële verplichtingen zullen/kunnen worden nagekomen. Volgens het Hof volstaat het enkel hebben van vertrouwen niet.
Het Hof concludeert dat uit het voorgaande is af te leiden dat X ten tijde van de bekrachtiging wist, dan wel redelijkerwijs kon weten, dat B BV haar verplichtingen jegens Y niet zou kunnen nakomen. Door toch te bekrachtigen (en aldus te bewerkstelligen dat zijn persoonlijke aansprakelijkheid jegens Y op de BV werd afgewenteld) heeft hij als bestuurder onrechtmatig gehandeld.
Instantie | Gerechtshof Amsterdam |
Uitspraakdatum | 09-02-2016 |
ECLI | ECLI:NL:GHAMS:2016:424 |
Zaaknummer | 200.160.012/01 |
Bijzondere kenmerken | Hoger beroep |
Vindplaatsen | |
|
X is bestuurder van A BV en is namens B BV i.o. een huurovereenkomst aangegaan met Y. De oprichting van B BV wordt op 25 maart 2013 bekrachtigd door A BV (indirect dus door X). Vlak voor de bekrachtiging op 20 maart is aan Y medegedeeld dat B BV niet in staat is om de huurpenningen te voldoen. Dit bericht is nogmaals bevestigd op 27 maart 2013. Na 1 april 2013 wordt dan ook geen huur meer betaald. In geschil is of X (indirect, via A BV) als bestuurder van B BV door het bekrachtigen van de…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.