Bestuurder stichting ontslagen wegens kennelijk onbehoorlijk bestuur (Kasteel Oud-Wassenaar)

Een stichting met als doel de instandhouding van een kasteel, heeft het betreffende kasteel voor € 3,5 miljoen verkocht aan een derde. Voordat de levering plaatsvond, is het kasteel voor € 825.000 overgedragen aan X, oprichter en enig bestuurder van de stichting.

Op verzoek van het Openbaar Ministerie heeft de Rechtbank X ontslagen als bestuurder van de stichting, aangezien sprake is van kennelijk onbehoorlijk bestuur in de zin van art. 2:9 BW jo. art. 2:298 BW. De vordering die X heeft op de stichting is geen rechtvaardiging voor de overdracht aan zichzelf. Daarnaast is een stichting op grond van art. 2:291 lid 2 BW slechts bevoegd tot vervreemding van registergoederen wanneer dit uit de statuten voortvloeit. In de statuten van de betreffende stichting is die bevoegdheid niet opgenomen. Volgens de Rechtbank is hier sprake van een ongezonde mate van vereenzelviging en persoonlijke identificatie door X van hemzelf met de stichting en onvoldoende zakelijke distantie. Verder is onweersproken gebleven dat de administratie van de stichting niet op orde is, waardoor geldstromen onvoldoende inzichtelijk zijn. Ook dat duidt erop dat X zijn taak als bestuurder niet correct heeft verricht.