Bewijsvermoeden art. 1:141 lid 3 BW ziet ook op schulden
Bekijk samenvatting procedureInstantie | Hoge Raad |
Uitspraakdatum | 08-03-2024 |
ECLI | ECLI:NL:HR:2024:338 |
Zaaknummer | 23/01395 |
Bijzondere kenmerken | Cassatie ; Beschikking |
Vindplaatsen | |
|
Voer hier de samenvatting in HOGE RAAD DER NEDERLANDEN CIVIELE KAMER Nummer 23/01395 Datum 8 maart 2024 BESCHIKKING In de zaak van [de man], wonende te [woonplaats], VERZOEKER tot cassatie, verweerder in het voorwaardelijke incidentele cassatieberoep, hierna: de man, advocaat: C.G.A. van Stratum, tegen [de vrouw], wonende te [woonplaats], VERWEERSTER in cassatie, verzoekster in het voorwaardelijke incidentele cassatieberoep, hierna: de vrouw, advocaat: H.J.W. Alt. Procesverloop Voor het verloop…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.