Kennisbank voor het notariaat

Nieuw vervaardigd goed: appartementsrechten een afzonderlijke goed?

In 2007 verkrijgt X een winkelruimte gelegen op de begane grond van een appartementencomplex bestaande uit de winkel met erboven vier woningen. X betaalt € 31.200 aan overdrachtsbelasting. Vóór de levering is de winkelruimte ingrijpend verbouwd. In geschil is of verbouwingswerkzaamheden aan de winkelruimte hebben geleid tot de vervaardiging van een nieuwe onroerende zaak in de zin van art. 11 lid 1 sub a onder 1° Wet OB zodat de vrijstelling van art. 15 lid 1 sub a WBR van toepassing is. Bij de beoordeling daarvan dient volgens zowel de Rechtbank als het Hof de geheel nieuw ontstane winkelruimte met bijbehorend terrein te worden betrokken. De Rechtbank oordeelt dat sprake is van een vervaardigd goed. Het Hof oordeelt dat bij de beoordeling van een vervaardigd goed niet uitsluitend kan worden gelet op de hoedanigheid van de winkelruimte voor en na werkzaamheden. Het Hof acht de verbouwingswerkzaamheden niet zodanig dat daardoor een gebouw is ontstaan dat tevoren niet bestond en oordeelt dat geen sprake is van een nieuw vervaardigd goed. In tegenstelling tot het Hof oordeelt de Hoge Raad dat bij de beoordeling of een goed vervaardigd is de winkelruimte afzonderlijk in aanmerking dient te worden genomen omdat ingevolge art. 11 lid 1 sub a onder 1 Wet OB een gedeelte van een gebouw, bijvoorbeeld door splitsing van appartementsrechten, geleverd kan worden. De Hoge Raad oordeelt dat een zelfstandige onroerende zaak is ontstaan die zodanig is verbouwd dat sprake is van nieuwbouw en mitsdien van een vervaardigd goed.

Bekijk samenvatting procedure
Instantie Hoge Raad
Uitspraakdatum 08-03-2013
ECLI ECLI:NL:HR:2013:BZ3574
Zaaknummer 12/02061
Bijzondere kenmerken Cassatie
Download
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
  • V-N Vandaag 2013/582
  • RN 2013/46
  • V-N 2013/18.21 met annotatie van Redactie
  • BNB 2013/110 met annotatie van B.G. van Zadelhoff
  • TBR 2013/151 met annotatie van M.A. Broekman, D.J.M. Westerhoff
  • FutD 2013-0641
  • NTFR 2013/864 met annotatie van Mr. A. Vroon

In 2007 verkrijgt X een winkelruimte gelegen op de begane grond van een appartementencomplex bestaande uit de winkel met erboven vier woningen. X betaalt € 31.200 aan overdrachtsbelasting. Vóór de levering is de winkelruimte ingrijpend verbouwd. In geschil is of verbouwingswerkzaamheden aan de winkelruimte hebben geleid tot de vervaardiging van een nieuwe onroerende zaak in de zin van art. 11 lid 1 sub a onder 1° Wet OB zodat de vrijstelling van art. 15 lid 1 sub a WBR va…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.


Inloggen via Legal Intelligence

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle