Bij de rechter vastgestelde vaststellingsovereenkomst kan buitengerechtelijk worden ontbonden bij niet nakoming

Zonder daartoe strekkende opdracht heeft A namens B de gemeente verzocht de bestemming van de woning van B niet te wijzigen van agrarische dienstwoning in (burger)woning. Hierop wordt A veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 30.000. Bij een comparitie van partijen in hoger beroep sluiten A en B een vaststellingsovereenkomst. Op grond van deze overeenkomst wordt besloten dat A aan B een schadevergoeding dient te betalen van € 25.000. Het hoger beroep wordt hierop doorgehaald. A betaalt niet, waarop de erfgenamen van B (B is inmiddels overleden) de vaststellingsovereenkomst ontbinden en over willen gaan tot executie.
De Rechtbank oordeelt dat een gerechtelijk tot stand gekomen vaststellingsovereenkomst eenzijdig kan worden opgezegd bij niet-nakoming. Art. 431a Rv bepaalt dat, indien de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van een executoriale titel op een ander overgaat, de executie eerst kan worden aangevangen of voortgezet na de betekening van deze overgang aan de geëxecuteerde. Zolang de verklaring van erfrecht niet aan B is betekend, moet de executie worden opgeschort.