Kennisbank voor het notariaat

Box 3-heffing vormt individuele en buitensporige last wegens interen op vermogen van € 1,3 miljoen

X en diens partner Y hebben in 2018 een vermogen van € 1,3 miljoen. Zij hebben hieruit aan rente en dividenden € 26.427 genoten. X heeft na aftrek van persoonsgebonden aftrek een box 1-inkomen (winst uit onderneming) van negatief € 359. Y heeft geen box 1-inkomen. Beiden hebben ook geen box 2-inkomen. De effectieve box 3-heffing van X en Y bedraagt na aftrek van de heffingskortingen waarop X en Y recht hebben in totaal € 10.451. Volgens de Rechtbank vormt de box 3-heffing in deze situatie een individuele en buitensporige last voor X en Y. Op zichzelf kan de effectieve box 3-belasting van € 10.451 betaald worden uit het daadwerkelijk door X en Y behaalde rendement uit het vermogen, want het besteedbaar netto-inkomen is dan nog € 15.617.
De Rechtbank is echter van oordeel dat de wetgever ook in dit geval (waarin het rendement hoger is dan de box 3-belasting) niet bedoeld kan hebben dat de belastingplichtige op zijn vermogen moet interen om de box 3-heffing te voldoen. Daarvan zou volgens de Rechtbank in ieder geval sprake zijn als het netto besteedbaar inkomen onder bijstandsniveau (i.c. € 17.046) zakt, zoals hier het geval is voor een bedrag van € 1.429. De Rechtbank past het voordeel uit sparen en beleggen bij X en Y zo aan dat Y een nihil aanslag houdt en X € 1.429 (na verminderingen wegens aftrek buitenlandse bronbelasting en Nederlandse dividendbelasting) minder aan belasting verschuldigd is.

Bekijk samenvatting procedure
Instantie Rechtbank Noord-Nederland
Uitspraakdatum 09-11-2021
ECLI ECLI:NL:RBNNE:2021:4802
Zaaknummer AWB - 20 _ 2857
Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
  • Viditax (FutD), 17-11-2021
  • V-N Vandaag 2021/2745
  • FutD 2021-3557 met annotatie van Fiscaal up to Date
  • NTFR 2021/4149 met annotatie van mr. N. ten Broek
  • Belastingadvies 2022/1-2.1
  • NLF 2021/2257 met annotatie van Theo Hoogwout

X en diens partner Y hebben in 2018 een vermogen van € 1,3 miljoen. Zij hebben hieruit aan rente en dividenden € 26.427 genoten. X heeft na aftrek van persoonsgebonden aftrek een box 1-inkomen (winst uit onderneming) van negatief € 359. Y heeft geen box 1-inkomen. Beiden hebben ook geen box 2-inkomen. De effectieve box 3-heffing van X en Y bedraagt na aftrek van de heffingskortingen waarop X en Y recht hebben in totaal € 10.451. Volgens de Rechtbank vormt de box 3-…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.


Inloggen via Legal Intelligence

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle