Discretionair vermogen van Liechtensteinse Stiftung is een APV en leidt tot fictieve erfrechtelijke verkrijging
Instantie | Hoge Raad |
Uitspraakdatum | 07-07-2023 |
ECLI | ECLI:NL:HR:2023:948 |
Zaaknummer | 21/04641 |
Bijzondere kenmerken | - |
Download | |
Vindplaatsen | |
|
M en V zijn gehuwd in gemeenschap van goederen en hebben middels een schenkingsovereenkomst vermogen ingebracht in de Liechtensteinse Stiftung A. Er is sprake van discretionair vermogen, omdat er geen concrete juridisch afdwingbare rechten van de begunstigden zijn. Dit discretionaire vermogen wordt geacht bij tot het bezit te behoren van degene die dat vermogen heeft afgezonderd (art. 2.14a Wet IB 2001). De wetsgeschiedenis biedt geen aanknopingspunten voor de uitleg dat een APV uitsluitend kan…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerde wetstoelichtingen
Afgezonderd particulier vermogen (art. 2.14a Wet IB 2001)
Vererving afgezonderd particulier vermogen (art. 16 SW)