Discretionair vermogen van Liechtensteinse Stiftung is een APV en leidt tot fictieve erfrechtelijke verkrijging
X is erfgenaam van erflaatster, die in gemeenschap van goederen was gehuwd met haar echtgenoot, met wie zij vermogen had ingebracht in een Liechtensteinse Stiftung. De Inspecteur legt een navorderingsaanslag erfbelasting op aan erfgenaam X, omdat sprake zou zijn van een afgezonderd particulier vermogen (APV) dat voor 50% aan erflaatster moet worden toegerekend (art. 2.14a Wet IB 2001) en vervolgens door X door het overlijden van erflaatster fictief erfrechtelijk is verkregen (art. 16 SW). X stelt echter dat geen sprake is van discretionair vermogen en dat erflaatster niet is aan te merken als inbrenger van het vermogen. De Rechtbank geeft X ongelijk en oordeelt dat wel sprake is van discretionair vermogen, omdat het bestuur van de Stiftung op grond van de statuten bevoegd is om naar eigen inzicht over het vermogen te beschikken ten behoeve van de kring van potentiële verkrijgers (beneficiaries) en omdat de beneficiaries geen afdwingbare rechten jegens het vermogen hebben. Voorts oordeelt de Rechtbank dat erflaatster wel als inbrenger kan worden aangemerkt, omdat zij de schenkingsovereenkomst mede heeft ondertekend, waarmee vermogen in de Stiftung werd ingebracht. Daarmee heeft ze verbintenisrechtelijk de helft van het vermogen aan de Stiftung geschonken, ondanks dat ze goederenrechtelijk niet kon leveren. De navorderingsaanslag erfbelasting is terecht opgelegd.
Instantie | Rechtbank Gelderland |
Uitspraakdatum | 12-10-2020 |
ECLI | ECLI:NL:RBGEL:2020:5411 |
Zaaknummer | AWB - 18 _ 6566 |
Bijzondere kenmerken | Eerste aanleg - meervoudig |
Vindplaatsen | |
|
X is erfgenaam van erflaatster, die in gemeenschap van goederen was gehuwd met haar echtgenoot, met wie zij vermogen had ingebracht in een Liechtensteinse Stiftung. De Inspecteur legt een navorderingsaanslag erfbelasting op aan erfgenaam X, omdat sprake zou zijn van een afgezonderd particulier vermogen (APV) dat voor 50% aan erflaatster moet worden toegerekend (art. 2.14a Wet IB 2001) en vervolgens door X door het overlijden van erflaatster fictief erfrechtelijk is verkregen (art. 16 SW). X ste…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerde wetstoelichtingen
Afgezonderd particulier vermogen (art. 2.14a Wet IB 2001)
Vererving afgezonderd particulier vermogen (art. 16 SW)