Kennisbank voor het notariaat

Duurzaam gescheiden levende echtgenoten kunnen niet meer dan één hoofdverblijf in aanmerking nemen

X en Y zijn gehuwd in gemeenschap van goederen en wonen samen in woning A. Op 8 mei 2009 kopen zij samen woning B. X en Y besluiten niet meer samen te wonen, maar mede op grond van financiële redenen dienen zij geen verzoek tot echtscheiding of scheiding van tafel en bed in. Sinds 24 augustus 2009 woont X in woning B. Y blijft met de kinderen wonen in woning A. Omdat X en Y nog waren gehuwd, werden zij door de wijziging van het partnerbegrip per 1 januari 2011 vanaf die datum weer fiscale partners van elkaar, ondanks dat zij duurzaam gescheiden leefden. Het Hof volgt niet het oordeel van de Rechtbank dat duurzaam gescheiden levende echtgenoten ook na 2011 ieder afzonderlijk een eigen woning als bedoeld in artikel 3.111 Wet IB 2001 kunnen hebben. Naar het oordeel van het Hof volgt uit de parlementaire toelichting op dit artikel dat het de bedoeling van de wetgever is geweest te bepalen dat slechts gedurende een overbruggingsperiode van hooguit twee jaren de fictie geldt dat een woning die geen hoofdverblijf is, toch mede als eigen woning kan worden aangemerkt. Na de periode vervalt de fictie. Vanaf 2013 kunnen X en Y dus niet meer dan één hoofdverblijf in aanmerking nemen en kunnen zij gezamenlijk bij de aangifte kiezen welke woning als hoofdverblijf in aanmerking wordt genomen. 

Bekijk samenvatting procedure
Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Uitspraakdatum 16-07-2019
ECLI ECLI:NL:GHARL:2019:5833
Zaaknummer 18/00537
Bijzondere kenmerken Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
  • Viditax (FutD), 09-08-2019
  • FutD 2019-2134
  • FutD 2019-2133
  • V-N Vandaag 2019/1860
  • NLF 2019/2029 met annotatie van Jelle van den Berg
  • NTFR 2019/2367 met annotatie van mr. J. Zandee-Dingemanse
  • V-N 2019/46.1.2
  • Vp-bulletin 2019/48 met annotatie van S.G.M.J. Rebbens, J.M.P. Tobben
  • V-N 2020/13.7 met annotatie van Redactie

X en Y zijn gehuwd in gemeenschap van goederen en wonen samen in woning A. Op 8 mei 2009 kopen zij samen woning B. X en Y besluiten niet meer samen te wonen, maar mede op grond van financiële redenen dienen zij geen verzoek tot echtscheiding of scheiding van tafel en bed in. Sinds 24 augustus 2009 woont X in woning B. Y blijft met de kinderen wonen in woning A. Omdat X en Y nog waren gehuwd, werden zij door de wijziging van het partnerbegrip per 1 januari 2011 vanaf die datum weer fiscale…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.


Inloggen via Legal Intelligence

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Gerelateerde wetstoelichtingen


Eigen woning (art. 3.111 Wet IB 2001)