A-G pleit voor geldigheid van nihilbeding in vóór het huwelijk gemaakte huwelijkse voorwaarden

Op 18 januari 2017 (ECLI:NL:GHDHA:2017:768) oordeelde Hof Den Haag dat een vóór het huwelijk gesloten alimentatie-overeenkomst niet valt binnen de grenzen van art. 1:158 BW en op grond van art. 1:400 lid 2 BW nietig is. A-G Lückers heeft - in het belang van de rechtsontwikkeling en de rechtseenheid - deze beschikking van Hof Den Haag voorgedragen voor cassatie in het belang der wet. In haar conclusie van 13 mei 2022 (ECLI:NL:PHR:2022:457) pleit de A-G voor geldigheid van een voorhuwelijkse alimentatieovereenkomst inhoudende een nihilbeding. De uitspraak van de Hoge Raad is voorlopig bepaald op 25 november 2022.