Facultatief finaal verrekenbeding óók bij leven valt buiten art. 11 SW
Een verkrijging krachtens een facultatief finaal verrekenbeding leidt niet tot een fictieve erfrechtelijke verkrijging op grond van art. 11 SW, indien dit beding ook tijdens het leven – namelijk in geval van echtscheiding – kan worden uitgevoerd.
Volgens de Rechtbank is hiervan sprake gelet op de tekst van het beding: ’Na het eindigen van het huwelijk kan ieder der echtgenoten de deling van beider vermogensvermeerdering vorderen’. Analoog aan het arrest HR 16 maart 1994 (ECLI:NL:HR:1994:ZC5627) oordeelt de Rechtbank dat (uitsluitend) sprake is van een verkrijging krachtens huwelijksvermogensrecht.
Instantie | Rechtbank Gelderland |
Uitspraakdatum | 28-05-2024 |
ECLI | ECLI:NL:RBGEL:2024:3255 |
Zaaknummer | AWB - 23 _ 4107 |
Bijzondere kenmerken | Eerste aanleg - enkelvoudig |
Vindplaatsen | |
|
Een verkrijging krachtens een facultatief finaal verrekenbeding leidt niet tot een fictieve erfrechtelijke verkrijging op grond van art. 11 SW, indien dit beding ook tijdens het leven – namelijk in geval van echtscheiding – kan worden uitgevoerd. Volgens de Rechtbank is hiervan sprake gelet op de tekst van het beding: ’Na het eindigen van het huwelijk kan ieder der echtgenoten de deling van beider vermogensvermeerdering vorderen’. Analoog aan het arrest HR 16 maart 1994…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerde wetstoelichtingen
Verblijvens-, toedelings-, overnamebeding bij leven of overlijden en schuldigerkenning (art. 11 SW)