Kennisbank voor het notariaat

Faillissementsaanvraag in strijd met art. 2:246 BW kan worden aangemerkt als kennelijk onbehoorlijke taakvervulling ex art. 2:248 BW

Een bestuurder van een BV vraagt faillissement van de BV aan. Hierdoor handelt de bestuurder in strijd met art. 2:246 BW. De Hoge Raad overweegt dat hoewel art. 2:246 BW strekt tot bescherming van de belangen van de vennootschap en de aandeelhouders, dit er niet aan in de weg staat dat het in strijd met art. 2:246 BW handelen de belangen van de schuldeisers kan schaden en daarom kan worden aangemerkt als kennelijk onbehoorlijke taakvervulling als bedoeld in art. 2:248 lid 1 BW. Uit het oordeel van het Hof inhoudende de vaststelling van kennelijk onbehoorlijke taakvervulling blijkt in casu niet of de belangen van de schuldeisers zijn geschaad door de faillissementsaanvraag. Ook blijkt niet of de bestuurder wist of behoorde te weten dat hierdoor de gezamenlijke schuldeisers zouden worden benadeeld. Het Hof is ook niet ingegaan op het standpunt dat door de faillissementsaangifte juist verdere schade voor de schuldeisers is voorkomen.
De Hoge Raad vernietigt het arrest van het Hof.

Bekijk samenvatting procedure
Instantie Hoge Raad
Uitspraakdatum 21-12-2018
ECLI ECLI:NL:HR:2018:2370
Zaaknummer 17/05979
Bijzondere kenmerken Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
  • NJB 2019/105
  • RvdW 2019/76
  • NJ 2019/31
  • INS-Updates.nl 2019-0002
  • INS-Updates.nl 2019-0028
  • RI 2019/19
  • RO 2019/14
  • JOR 2019/74 met annotatie van mr. U.B. Verboom
  • RAV 2019/24
  • JONDR 2019/9
  • Ondernemingsrecht 2019/89 met annotatie van M.L. Lennarts
  • JIN 2019/161 met annotatie van Duinkerke, E.
  • OR-Updates.nl 2019-0126
  • UDH:TvCu/15382 met annotatie van Mr. L. Krieckaert

Een bestuurder van een BV vraagt faillissement van de BV aan. Hierdoor handelt de bestuurder in strijd met art. 2:246 BW. De Hoge Raad overweegt dat hoewel art. 2:246 BW strekt tot bescherming van de belangen van de vennootschap en de aandeelhouders, dit er niet aan in de weg staat dat het in strijd met art. 2:246 BW handelen de belangen van de schuldeisers kan schaden en daarom kan worden aangemerkt als kennelijk onbehoorlijke taakvervulling als bedoeld in art. 2:248 lid 1 BW. Uit het oordeel…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.


Inloggen via Legal Intelligence

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle