Gedeelte van gebouw kan voor de omzetbelasting niet als zelfstandig deel worden beschouwd wegens ontbreken van essentiële voorzieningen
X heeft het voortdurend recht van erfpacht verkregen van een perceel grond met opstallen (het erfpachtgoed), waarbij een beroep is gedaan op de samenloopvrijstelling overdrachtsbelasting (art. 15 lid 1 onder a WBR) in combinatie met de toepassing van art. 37d Wet OB. Het erfpachtgoed is niet gesplitst in appartementsrechten en er is geen sprake van juridische zelfstandigheid van delen van het erfpachtgoed. Het pand bestaat uit drie paviljoens die met elkaar zijn verbonden. De paviljoens zijn verhuurd. Een gedeelte van een van de paviljoens is verhuurd aan Y met ingang van 1 januari 2015.
De Inspecteur is van mening dat de samenloopvrijstelling ten onrechte is toegepast op het gedeelte dat aan Y wordt verhuurd. Voor het gedeelte dat Y huurt, legt de Inspecteur een naheffingsaanslag op.
In geschil is of X overdrachtsbelasting is verschuldigd ten aanzien van de verkrijging van het erfpachtgoed.
De Rechtbank oordeelt dat het erfpachtgoed als één complex moet worden beschouwd. De Rechtbank volgt de conclusie van de A-G Wattel, behorende bij een arrest van de Hoge Raad van 29 juni 2018 (nr 17/02087, ECLI:NL:PHR:2017:1281). De Rechtbank stelt dat vaststaat dat het gedeelte dat Y huurt, niet beschikt over een eigen pantry en sanitair en acht dit soort voorzieningen zo essentieel dat niet gezegd kan worden dat het gedeelte dat Y huurt afzonderlijk kan worden gebruikt en derhalve niet als een zelfstandig deel van de onroerende zaak kan worden aangemerkt. Nu sprake is van één complex wordt de naheffingsaanslag vernietigd. Tegen de uitspraak is hoger beroep ingesteld.
Instantie | Rechtbank Zeeland-West-Brabant |
Uitspraakdatum | 12-03-2021 |
ECLI | ECLI:NL:RBZWB:2021:1200 |
Zaaknummer | AWB - 17 _ 8249 |
Bijzondere kenmerken | Eerste aanleg - meervoudig |
Vindplaatsen | |
|
X heeft het voortdurend recht van erfpacht verkregen van een perceel grond met opstallen (het erfpachtgoed), waarbij een beroep is gedaan op de samenloopvrijstelling overdrachtsbelasting (art. 15 lid 1 onder a WBR) in combinatie met de toepassing van art. 37d Wet OB. Het erfpachtgoed is niet gesplitst in appartementsrechten en er is geen sprake van juridische zelfstandigheid van delen van het erfpachtgoed. Het pand bestaat uit drie paviljoens die met elkaar zijn verbonden.…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.