Geen BOF SW bij verdeling nalatenschap vóór opleggen aanslag maar buiten tweejaarstermijn
Erflater is in 2006 overleden en dreef samen met zijn echtgenote (gehuwd in gemeenschap van goederen) een onderneming. Ruim twee jaar na overlijdensdatum is de nalatenschap van erflater bij notariële akte verdeeld, waarbij het ondernemingsvermogen van erflater aan de twee kinderen is toegedeeld, ieder voor de helft. De inspecteur heeft bij toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling deze verdeling niet gevolgd, maar de toepassing beperkt tot 1/3e gedeelte waartoe ieder van de kinderen op grond van het testament gerechtigd was. Belanghebbende stelt dat de tweejaarseis van art. 53a lid 3 SW niet geldt omdat de aanslag pas is opgelegd nadat de verdeling van de nalatenschap heeft plaatsgevonden. De rechtbank stelt de inspecteur in het gelijk.
Instantie | Rechtbank Breda |
Uitspraakdatum | 23-11-2011 |
ECLI | ECLI:NL:RBBRE:2011:BV1094 |
Zaaknummer | 10/4112 |
Bijzondere kenmerken | Eerste aanleg - meervoudig |
Download | |
Vindplaatsen | |
|
Erflater is in 2006 overleden en dreef samen met zijn echtgenote (gehuwd in gemeenschap van goederen) een onderneming. Ruim twee jaar na overlijdensdatum is de nalatenschap van erflater bij notariële akte verdeeld, waarbij het ondernemingsvermogen van erflater aan de twee kinderen is toegedeeld, ieder voor de helft. De inspecteur heeft bij toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling deze verdeling niet gevolgd, maar de toepassing beperkt tot 1/3e gedeelte waartoe ieder van de kinderen op…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerde wetstoelichtingen
Verdeling van nalatenschap of huwelijksgoederengemeenschap (art. 35f SW)