Geen conservatoir beslag om vordering uit hoofde van (quasi-)wettelijke verdeling zeker te stellen
Dochter D heeft in de nalatenschap van haar moeder, op grond van een quasi-wettelijke verdeling, een (in beginsel) niet-opeisbare vordering verkregen op haar vader V. D verzoekt het Hof verlof om conservatoir beslag te doen leggen op onroerende zaken tot zekerheid van verhaal van haar vordering en beroept zich hierbij op de uitspraak van de Hoge Raad (24 juni 2016, nr 14/04377, ECLI:NL:HR:2016:1271).
Het Hof wijst dit verzoek af. Volgens het Hof mag de langstlevende echtgenoot bij een (quasi-)wettelijke verdeling in beginsel vrij over de nalatenschap beschikken (ongestoord voortleven), tenzij de langstlevende echtgenoot misbruik maakt van diens bevoegdheid.
Instantie | Gerechtshof Den Haag |
Uitspraakdatum | 19-12-2019 |
ECLI | ECLI:NL:GHDHA:2019:3380 |
Zaaknummer | 200.265.456/01 |
Bijzondere kenmerken | Hoger beroep kort geding |
Vindplaatsen | |
|
Dochter D heeft in de nalatenschap van haar moeder, op grond van een quasi-wettelijke verdeling, een (in beginsel) niet-opeisbare vordering verkregen op haar vader V. D verzoekt het Hof verlof om conservatoir beslag te doen leggen op onroerende zaken tot zekerheid van verhaal van haar vordering en beroept zich hierbij op de uitspraak van de Hoge Raad (24 juni 2016, nr 14/04377, ECLI:NL:HR:2016:1271). Het Hof wijst dit verzoek af. Volgens het Hof mag de langstlevende echtgenoot bij een (quasi-)w…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerde wetstoelichtingen
Quasi-wettelijke verdeling
Wettelijke verdeling (art. 4:13 - 4:18 BW)