Geen omzetbelasting verschuldigd omdat verkoper van nieuwbouwwoning geen ondernemer was

X heeft in het verleden een kantoorpand verhuurd. Enkele jaren nadat de verhuur is geëindigd, heeft X het kantoorpand laten verbouwen tot twee woningen en op het perceel ook een nieuwbouwwoning laten bouwen. Deze woning is overgedragen aan een particulier in de overdrachtsbelastingsfeer. De inspecteur stelt dat X heeft gehandeld als BTW-ondernemer en heeft daarom een naheffingsaanslag opgelegd. In geschil is of X voor de omzetbelasting ondernemer is gebleven nadat de huur is geëindigd en of X kwalificeert als BTW-ondernemer voor de levering van de nieuwbouwwoning.
Het ondernemerschap op grond van art. 7, lid 2 sub b Wet OB is geëindigd door opzegging van de huur en de beslissing van X om geen nieuwe huurder meer te zoeken. Het standpunt dat sprake is van verplicht ondernemingsvermogen zolang de vermogensbestanddelen niet te gelde zijn gemaakt is door de inspecteur niet voldoende onderbouwd.
Daarnaast kwalificeert X voor wat betreft de levering van de nieuwbouwwoning niet als BTW-ondernemer. Verkoop als louter uitoefening van het eigendomsrecht is niet te beschouwen als een economische activiteit. Dit is anders indien voor de verkoop actieve stappen worden ondernomen die vergelijkbaar zijn met die van een handelaar of dienstverlener. X is in dit geval ten aanzien van de transformatie en nieuwbouw niet te zien is als projectontwikkelaar vanwege het feit dat de initiatieven daarvoor afkomstig waren van een Bouwbedrijf. De levering van de woning wordt dan ook beschouwd als loutere uitoefening door X van zijn eigendomsrecht en is daarom geen economische activiteit.