Geen overgangsrecht voor draagplicht gemeenschapsschulden (art. 1:100 BW)
De huwelijksgoederengemeenschap tussen M en V is in december 2015 ontbonden. In geschil is de vraag wie draagplichtig is (art. 1:100 BW) voor de schulden van M aan de Belastingdienst wegens niet betaalde inkomstenbelasting, voor zover die schulden zien op de periode tot de ontbinding van de huwelijksgemeenschap.
De Hoge Raad overweegt dat niet is voorzien in een bijzondere regel van overgangsrecht voor art. 1:100 lid 2 BW. Nu de gemeenschap die bestond tussen M en V is ontbonden voor 1 januari 2018, is daarop de regeling van art. 1:100 BW van toepassing zoals die gold voor 1 januari 2018. M en V zijn dan ook ieder voor de helft draagplichtig voor de schulden van M aan de Belastingdienst wegens de niet-betaalde inkomstenbelasting.
Instantie | Hoge Raad |
Uitspraakdatum | 19-04-2019 |
ECLI | ECLI:NL:HR:2019:636 |
Zaaknummer | 18/02777 |
Bijzondere kenmerken | Cassatie ; Beschikking |
Vindplaatsen | |
|
De huwelijksgoederengemeenschap tussen M en V is in december 2015 ontbonden. In geschil is de vraag wie draagplichtig is (art. 1:100 BW) voor de schulden van M aan de Belastingdienst wegens niet betaalde inkomstenbelasting, voor zover die schulden zien op de periode tot de ontbinding van de huwelijksgemeenschap.De Hoge Raad overweegt dat niet is voorzien in een bijzondere regel van overgangsrecht voor art. 1:100 lid 2 BW. Nu de gemeenschap die bestond tussen M en V is ontbonden voor 1 januari…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.