Geen rechtsgeldige overdracht economische eigendom van het recht van erfpacht wegens ontbreken toestemming erfverpachter: geen eigen woning

Erfverpachter is eigenaar van een perceel grond waarop o.a. een dienstwoning staat. Dga X heeft alle aandelen van Holding BV welke BV alle aandelen heeft van A BV. A BV is erfpachter van de grond en heeft bij notariële akte de economische eigendom van het recht van erfpacht dat betrekking heeft op het deel van het perceel met de dienstwoning overgedragen aan X tegen betaling van € 500.000, welk bedrag X in de vorm van een lening rentedragend is schuldig gebleven.
Erfverpachter heeft een jaar later A BV schriftelijk toestemming gegeven voor de sloop van de dienstwoning en het bouwen van een nieuwe woning. Vervolgens is de dienstwoning gesloopt en is er een nieuwe woning op het perceel gebouwd. A BV betaalt de jaarlijkse erfpachtcanon aan de erfverpachter. X betaalt zijn deel van de erfpachtcanon aan A BV. In geschil is of X beschikt over een eigen woning in de zin van art. 3.111 lid 1 Wet IB 2001.
Volgens de akte van economische levering heeft de erfverpachter geen toestemming verleend voor de economische levering van het recht van erfpacht zoals vereist ingevolge de akte van erfpachtvoorwaarden. Hierdoor is van een rechtsgeldige overdracht van de economische eigendom van het recht van erfpacht aan X geen sprake. De omstandigheid dat de akte van economische levering voor een notaris is verleden, maakt dit niet anders. X beschikt derhalve niet over een eigen woning in de zin van art. 3.111 lid 1 Wet IB 2001.