Geen schenkingsvrijstelling voor onvermogenden bij cessieconstructie
Een zoon (Z) heeft schulden aan zijn vader (V). V cedeert een vordering van € 50.000 op Z aan zijn dochter (D) waarvoor zij hetzelfde bedrag op haar vaders rekening stort. V schenkt aan Z een bedrag van € 50.000 onder de voorwaarde daarmee de schuld aan zijn zus te voldoen. Z doet een beroep op de schenkingsvrijstelling voor minder- en onvermogenden (art. 33 lid 1 sub 8° SW). In geschil is de vraag of Z recht heeft op deze vrijstelling. De Rechtbank oordeelt dat om belasting te ontduiken voor een constructie is gekozen welke kunstmatig is en van elk reëel belang ontbloot. De cessieconstructie was opgezet opdat Z van de vrijstelling kon profiteren. In hoger beroep voegt het Hof hieraan toe dat Z zich niet in een financiële benarde positie bevond waarin dringend behoefte was aan financiële hulp voor welke situaties art. 33 lid 1 onder 8° Sw normaliter uitkomst biedt.
Instantie | Gerechtshof Amsterdam |
Uitspraakdatum | 11-01-2013 |
ECLI | ECLI:NL:GHAMS:2013:BY9886 |
Zaaknummer | 11/00897 |
Bijzondere kenmerken | Hoger beroep |
Download | |
Vindplaatsen | |
|
Een zoon (Z) heeft schulden aan zijn vader (V). V cedeert een vordering van € 50.000 op Z aan zijn dochter (D) waarvoor zij hetzelfde bedrag op haar vaders rekening stort. V schenkt aan Z een bedrag van € 50.000 onder de voorwaarde daarmee de schuld aan zijn zus te voldoen. Z doet een beroep op de schenkingsvrijstelling voor minder- en onvermogenden (art. 33 lid 1 sub 8° SW). In geschil is de vraag of Z recht heeft op deze vrijstelling. De Rechtbank oordeelt dat om belasting te on…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.