Geen sprake van toekomstig loon dus stamrecht is niet verknocht
Bij de verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap is tussen M en V in geschil of de aanspraken van M op zijn stamrecht-BV verknocht zijn ex art. 1:94 lid 3 BW. Bij beantwoording van deze vraag past het Hof de toetsingscriteria van de Hoge Raad toe (Hoge Raad van 24 juni 2016, nr. 15/04250, ECLI:NL:HR:2016:1293). Het Hof oordeelt dat van een verknochte aanspraak op toekomstig loon geen sprake is omdat de uitkeringen ingevolge het stamrecht worden aangemerkt als loon (art. 10 lid 1 Wet LB) uit vroegere dienstbetrekking, niet zijnde pensioen of een soortgelijke beloning. De aanspraken jegens de stamrecht BV zien aldus niet op de periode nà ontbinding van de huwelijksgemeenschap.
Instantie | Gerechtshof Amsterdam |
Uitspraakdatum | 27-09-2016 |
ECLI | ECLI:NL:GHAMS:2016:3901 |
Zaaknummer | 200.185.010/01 |
Bijzondere kenmerken | Hoger beroep |
Vindplaatsen | |
|
Bij de verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap is tussen M en V in geschil of de aanspraken van M op zijn stamrecht-BV verknocht zijn ex art. 1:94 lid 3 BW. Bij beantwoording van deze vraag past het Hof de toetsingscriteria van de Hoge Raad toe (Hoge Raad van 24 juni 2016, nr. 15/04250, ECLI:NL:HR:2016:1293). Het Hof oordeelt dat van een verknochte aanspraak op toekomstig loon geen sprake is omdat de uitkeringen ingevolge het stamrecht worden aangemerkt als loon (art. 10 lid 1…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.