Geen verschoningsrecht bij bemiddeling
Bekijk samenvatting procedureInstantie | Hoge Raad |
Uitspraakdatum | 13-01-2006 |
ECLI | ECLI:NL:HR:2006:AU4533 |
Zaaknummer | C04/295HR |
Bijzondere kenmerken | Cassatie |
Vindplaatsen | |
|
Voer hier de samenvatting in 13 januari 2006 Eerste Kamer Nr. C04/295HR JMH Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: 1. [Eiseres 1], 2. [Eiser 2], gevestigd respectievelijk wonende te [plaats], EISERS tot cassatie, advocaten: mrs. D. Rijpma en E.A.L. van Emden, t e g e n 1. [Verweerder 1], wonende te [woonplaats], 2. [Verweerster 2], gevestigd te [vestigingsplaats], VERWEERDERS in cassatie, niet verschenen, e n 3. [Verweerder 3], wonend te [woonplaats], VERWEERDER in cassatie, advocaat:…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerde wetstoelichtingen
Geheimhoudingsplicht en verschoningsrecht Invorderingswet (art. 61 - 63 Inv.)
Verschoningsrecht (art. 53a AWR)