Hervatte alimentatiebetalingen aftrekbaar

X en Y zijn in 1992 gescheiden. In 2004 beëindigt X na twaalf jaar de alimentatiebetalingen. Y heeft niet tegen deze stopzetting geprotesteerd. Op verzoek van Y heeft X met ingang van 2005 weer maandelijks bedragen aan Y overgemaakt. De Inspecteur weigert de aan Y betaalde bedragen als uitgaven voor onderhoudsverplichtingen (persoonsgebonden aftrekpost) aan te merken. X stelt beroep in.
De Rechtbank overweegt als volgt. Met betrekking tot vóór 1 juli 1994 ingegane alimentatieverplichtingen bestaat de mogelijkheid de rechter te verzoeken de verplichting te beëindigen indien deze verplichting vijftien jaar of langer heeft geduurd. Vast staat dat de alimentatiebetalingen niet door de Rechtbank zijn beëindigd. Derhalve vloeien de betalingen die X vanaf 2005 maandelijks aan Y heeft gedaan nog steeds rechtstreeks voort uit het familierecht en dienen zij in aftrek te komen. Het Hof neemt dit oordeel van de Rechtbank over.
De Hoge Raad wijst het cassatieberoep af onder verwijzing naar art. 81 RO.