Hof hecht geen geloof aan verklaring van notaris dat kwijtschelding reeds mondeling heeft plaatsgevonden

Vader wil in 2016 een aanmerkelijk belang schenken aan zijn zoon. Vader wil dat bij verkoop binnen 10 jaar de schenking kan worden teruggedraaid. Hiertoe moet de mogelijkheid om de schenking te kunnen herroepen worden voorbehouden. De betrokken notaris heeft bedenkingen of in die situatie de doorschuiffaciliteit van art. 4.17c Wet IB 2001 kan worden toegepast en stelt voor dat de aandelen worden verkocht en dat in de akte van levering gelijk de koopsom wordt kwijtgescholden uit vrijgevigheid. Omdat hieromtrent door betrokken partijen nog overleg wordt gevoerd met de Belastingdienst, wordt uiteindelijk besloten de aandelen alvast over te dragen, maar de akte van schenking inhoudende de kwijtschelding van de koopsom nog even uit te stellen. Hierdoor is de faciliteit van art. 4.17c Wet IB 2001 echter niet van toepassing, omdat niet wordt voldaan aan de voor de goedkeuring geldende eis dat de kwijtschelding van de schuld onmiddellijk na de overdracht van de aandelen moet plaatsvinden (MvF 4 september 2012, nr. BLKB2012/101M).
De betrokken notaris heeft in een schriftelijke verklaring verklaard dat de koopschuld onmiddellijk na de overdracht van de aandelen op zijn kantoor mondeling is kwijtgescholden. Deze verklaring wordt echter niet ondersteund door de opgemaakte stukken en de bewoordingen daarin, noch heeft de notaris hieromtrent iets vastgelegd in aantekeningen. Het Hof hecht, gelet op het voorgaande, geen geloof aan de inhoud van de schriftelijke verklaring van notaris. Vader heeft geen feiten en omstandigheden aannemelijk gemaakt die tot de conclusie leiden dat direct na de overdracht van de aandelen een kwijtschelding van de koopschuld heeft plaatsgevonden.