A-G inzake civiele waardering van IB-latentie
Bekijk samenvatting procedureInstantie | Parket bij de Hoge Raad |
Uitspraakdatum | 22-10-2021 |
ECLI | ECLI:NL:PHR:2021:999 |
Zaaknummer | 21/00394 |
Bijzondere kenmerken | - |
Vindplaatsen | |
|
Voer hier de samenvatting in Conclusie PROCUREUR-GENERAAL BIJ DE HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Nummer 21/00394 Zitting 22 oktober 2021 CONCLUSIE E.M. Wesseling-van Gent In de zaak 1. [eiser 1] 2. [eiser 2] 3. [eiseres 3] 4. [eiser 4] 5. [eiser 5] tegen de (gezamenlijke) erfgena(a)m(en) van wijlen [erflater] Partijen worden hierna verkort aangeduid als [erfgenamen] of de (klein)kinderen respectievelijk (de (gezamenlijke) erfgena(a)m(en) van) [echtgenote van erflater] of de echtgenote van erflater.…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerde wetstoelichtingen
Fictieve vervreemdingen (art. 4.16 Wet IB 2001)
Quasi-wettelijke verdeling
Wettelijke verdeling (art. 4:13 - 4:18 BW)