Kennisbank voor het notariaat

Hoge Raad stelt strengere eisen aan het tijdig opleggen van een belastingaanslag

De aanslag inkomstenbelasting van A over het jaar 2008 is heeft als dagtekening 14 oktober 2011. De wettelijke termijn voor het opleggen van een aanslag is drie jaar na het ontstaan van de belastingschuld. A maakt op 2 januari 2012 bezwaar tegen de aanslag: hij stelt dat hij de aanslag (nog) niet heeft ontvangen. Vast staat dat het aanslagbiljet niet per post is verzonden, en dat aan A niet eerder dan op 6 februari een kopie van het aanslagbiljet is uitgereikt.
De Hoge Raad oordeelt dat de regel dat de datum van dagtekening voor de toepassing van de aanslagtermijn beslissend is, niet onverkort kan gelden in gevallen waarin de aanslag op de datum van dagtekening nog niet is bekendgemaakt. Aldan wordt tekort gedaan aan de strekking van de aanslagtermijn. De Hoge Raad hanteert niet langer het uitgangspunt dat een aanslag binnen de aanslagtermijn op de voorschreven wijze is bekendgemaakt indien de belastingplichtige binnen die termijn op de hoogte was van verzending van de aanslag. Een aanslag is niet tijdig opgelegd, als de aanslag niet binnen die termijn op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt, ook al ligt de dagtekening van de aanslag wel binnen die termijn. Deze overweging geldt ook voor de navorderings- en naheffingstermijn. In het onderhavige geval is de aanslag te laat vastgesteld en wordt deze vernietigd. De voorlopgie aanslag moet ook worden vernietigd en de daarop betaalde bedragen moeten worden teruggegeven, met vergoeding van invorderingsrente.

Bekijk samenvatting procedure
Instantie Hoge Raad
Uitspraakdatum 18-04-2014
ECLI ECLI:NL:HR:2014:930
Zaaknummer 13/04796
Bijzondere kenmerken Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
  • V-N 2014/20.4 met annotatie van Redactie
  • V-N Vandaag 2014/746
  • NJB 2014/990
  • FED 2014/63 met annotatie van W.A.P. VAN ROIJ
  • BNB 2014/182 met annotatie van S.C.W. DOUMA
  • Belastingblad 2014/432 met annotatie van A.W. Schep
  • FutD 2014-0899 met annotatie van Fiscaal up to Date
  • NTFR 2015/163
  • NTFR 2014/1403 met annotatie van mr. R.W.J. Kerckhoffs

De aanslag inkomstenbelasting van A over het jaar 2008 is heeft als dagtekening 14 oktober 2011. De wettelijke termijn voor het opleggen van een aanslag is drie jaar na het ontstaan van de belastingschuld. A maakt op 2 januari 2012 bezwaar tegen de aanslag: hij stelt dat hij de aanslag (nog) niet heeft ontvangen. Vast staat dat het aanslagbiljet niet per post is verzonden, en dat aan A niet eerder dan op 6 februari een kopie van het aanslagbiljet is uitgereikt.De Hoge Raad oordeelt da…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.


Inloggen via Legal Intelligence

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Gerelateerde wetstoelichtingen


Vaststellen aanslag (art. 11 AWR)