Inbezitneming van onroerend goed zonder notariële akte is niet te goeder trouw
A en B zijn buren. In 2004 heeft B een schuur gebouwd die deels op de grond van A staat. Onder meer is in geschil of B het stuk grond waarop de schuur staat in eigendom heeft verkregen door verjaring. Van verkrijgende verjaring van onroerend goed door een bezitter te goeder trouw is sprake bij een onafgebroken bezit van tien jaren. B wordt door de Rechtbank echter niet aangemerkt als bezitter te goeder trouw, omdat aan het bezit geen notariële leveringsakte die in de openbare registers is ingeschreven ten grondslag ligt. Er heeft dus geen levering van de grond aan B plaatsgevonden. Dit brengt met zich dat de termijn voor verkrijgende verjaring twintig jaren is, omdat het bezit niet te goeder trouw is.
Instantie | Rechtbank Noord-Nederland |
Uitspraakdatum | 28-03-2018 |
ECLI | ECLI:NL:RBNNE:2018:1099 |
Zaaknummer | C/19/119426 / HA ZA 17-145 |
Bijzondere kenmerken | Eerste aanleg - enkelvoudig |
Vindplaatsen | |
|
A en B zijn buren. In 2004 heeft B een schuur gebouwd die deels op de grond van A staat. Onder meer is in geschil of B het stuk grond waarop de schuur staat in eigendom heeft verkregen door verjaring. Van verkrijgende verjaring van onroerend goed door een bezitter te goeder trouw is sprake bij een onafgebroken bezit van tien jaren. B wordt door de Rechtbank echter niet aangemerkt als bezitter te goeder trouw, omdat aan het bezit geen notariële leveringsakte die in de openbare registers is…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerde wetstoelichtingen
Misbruik van bevoegdheid (art. 3:13 BW)
Verkrijging van onroerende zaken door verjaring (art. 3:99 - 3:102 BW)