Inbreng buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen niet vereist
Casus Vier maten, A, B, C en D drijven een agrarische onderneming in een maatschapsverband. Ze besluiten de onderneming in te brengen in een al bestaande B.V., waarbij een beroep wordt gedaan op inbrengvrijstelling van art. 15 lid 1 sub e WBR. Maat A heeft als buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen een kavel cultuurgrond en wil deze kavel later inbrengen in verband met een anti-speculatiebeding. In het besluit van 26 augustus 1997, nr VB97/1979 is ten aanzien van inbreng in een bestaande…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.