Indeplaatsstelling op grond van 7:307 BW bij inbreng van de onderneming
X c.s. huren een bedrijfsruimte van Y, waarbij in de huurovereenkomst is opgenomen dat voor indeplaatsstelling van de huurder schriftelijke toestemming van Y is vereist. Wanneer X c.s. hun onderneming inbrengen in een BV en de huurovereenkomst zonder toestemming overdragen aan de BV, vordert Y de contractueel overeengekomen boete. X c.s. vorderen in reconventie indeplaatsstelling op de voet van art. 7:307 BW. De Rechtbank wijst de vordering tot indeplaatsstelling op grond van art. 7:307 BW toe, aangezien sprake is van een zwaarwichtig belang. Door aan de indeplaatsstelling de voorwaarde te stellen dat X c.s. zich hoofdelijk verbinden voor de nakoming van de verplichtingen op grond van de huurovereenkomst, zijn de belangen van Y voldoende gewaarborgd.
Instantie | Rechtbank Den Haag |
Uitspraakdatum | 23-11-2022 |
ECLI | ECLI:NL:RBDHA:2022:15241 |
Zaaknummer | 9734859 RL EXPL 22-4169 |
Bijzondere kenmerken | Eerste aanleg - enkelvoudig |
Vindplaatsen | |
|
X c.s. huren een bedrijfsruimte van Y, waarbij in de huurovereenkomst is opgenomen dat voor indeplaatsstelling van de huurder schriftelijke toestemming van Y is vereist. Wanneer X c.s. hun onderneming inbrengen in een BV en de huurovereenkomst zonder toestemming overdragen aan de BV, vordert Y de contractueel overeengekomen boete. X c.s. vorderen in reconventie indeplaatsstelling op de voet van art. 7:307 BW. De Rechtbank wijst de vordering tot indeplaatsstelling op grond van art. 7:307 BW toe,…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.