Islamitische scheiding kan niet worden afgedwongen via Nederlandse rechter
M en V hebben in 2002 een Islamitisch huwelijk gesloten. Zij zijn geen burgerlijk huwelijk aangegaan. V vordert medewerking van M aan een Islamitische scheiding. De Rechbank oordeelt dat het Islamitische huwelijk geen civielrechtelijke gevolgen heeft en dat V niet in haar door art. 9 (godsdienstvrijheid) en art. 12 EVRM (huwelijksvrijheid) beschermde rechten wordt beperkt. Omdat V niet wordt beperkt in enig belang dat door de Nederlandse rechtsorde wordt beschermd, is de vordering niet toewijsbaar.
Instantie | Rechtbank Rotterdam |
Uitspraakdatum | 06-01-2016 |
ECLI | ECLI:NL:RBROT:2016:8 |
Zaaknummer | C/10/482958 / HA ZA 15-873 |
Bijzondere kenmerken | Eerste aanleg - enkelvoudig |
Vindplaatsen | |
|
M en V hebben in 2002 een Islamitisch huwelijk gesloten. Zij zijn geen burgerlijk huwelijk aangegaan. V vordert medewerking van M aan een Islamitische scheiding. De Rechbank oordeelt dat het Islamitische huwelijk geen civielrechtelijke gevolgen heeft en dat V niet in haar door art. 9 (godsdienstvrijheid) en art. 12 EVRM (huwelijksvrijheid) beschermde rechten wordt beperkt. Omdat V niet wordt beperkt in enig belang dat door de Nederlandse rechtsorde wordt beschermd, is de vordering niet toewijsb…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.