Kamerverhuurvrijstelling van toepassing ondanks ontbreken BRP-registratie huurder
Nadat Rechtbank Den Haag huurkomsten uit tijdelijke verhuur via Airbnb van een kamer in een eigen woning voor een bedrag van in totaal € 1.629 onbelast heeft gelaten, omdat art. 3.113 Wet IB 2001 tijdelijke verhuurinkomsten alleen dan belast verklaard indien sprake is van de verhuur van een gehele woning, komt Hof Den Haag in hoger beroep langs een andere weg eveneens tot het oordeel dat de verhuurinkomsten onbelast zijn. Volgens het Hof is de kamerverhuurvrijstelling van art. 3.114 Wet IB 2001 op grond van doel en strekking van de wet van toepassing ondanks dat de huurders gedurende hun verblijf niet ingeschreven stonden in de BRP zoals art. 3.114 lid 2 Wet IB 2001 eist.
Instantie | Gerechtshof Den Haag |
Uitspraakdatum | 01-05-2020 |
ECLI | ECLI:NL:GHDHA:2020:887 |
Zaaknummer | BK-19/00747 |
Bijzondere kenmerken | Hoger beroep |
Vindplaatsen | |
|
Nadat Rechtbank Den Haag huurkomsten uit tijdelijke verhuur via Airbnb van een kamer in een eigen woning voor een bedrag van in totaal € 1.629 onbelast heeft gelaten, omdat art. 3.113 Wet IB 2001 tijdelijke verhuurinkomsten alleen dan belast verklaard indien sprake is van de verhuur van een gehele woning, komt Hof Den Haag in hoger beroep langs een andere weg eveneens tot het oordeel dat de verhuurinkomsten onbelast zijn. Volgens het Hof is de kamerverhuurvrij…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerde wetstoelichtingen
Kamerverhuurvrijstelling (art. 3.114 Wet IB 2001)
Tijdelijke verhuur (art. 3.113 Wet IB 2001)