Verwijzingshof kwalificeert gedeelten van etages als zelfstandige onroerende zaken
Y is eigenaar van een kantoorgebouw met meerdere verdiepingen. Met de Belastingdienst is in 2010 afgesproken dat de ingebruikname van het gebouw en de eventuele herziening voor de btw per etage zou worden bekeken. Y levert in 2013 het kantoorgebouw aan X. Op dat moment is de vierde etage minder dan twee jaar geleden in gebruik genomen. De derde en vijfde etage zijn gedeeltelijk in gebruik genomen. Voor de btw wordt de verkrijging aangemerkt als een overgang van een algemeenheid van goederen in de zin van art. 37d Wet OB, zodat geen omzetbelasting is verschuldigd. Voor de overdrachtsbelasting kan een beroep worden gedaan op de samenloopvrijstelling van art. 15 lid 1 onder a WBR, voor zover de levering van rechtswege onderworpen zou zijn aan omzetbelasting indien genoemd art. 37d Wet OB niet zou gelden (zie thans MvF 16 maart 2017, nr 2017-51500, onderdeel 2.2.2). X wenst de vrijstelling overdrachtsbelasting ook toe te passen op de delen van de derde en vijfde etage die niet of minder dan twee jaar geleden in gebruik zijn genomen.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat art. 37d Wet OB niet met zich brengt dat X gebonden is aan de door Y met de Belastingdienst gemaakte (etage)afspraak. Bij de beoordeling of de delen (units) van de derde en vijfde etage als een zelfstandige onroerende zaak kunnen worden aangemerkt, moet als uitgangspunt worden genomen dat niet met elkaar verbonden dan wel, indien verbonden, juridisch of fysiek te onderscheiden onroerende zaken afzonderlijk in aanmerking moeten worden genomen als zij afzonderlijk (kunnen) worden gebruikt. Vanwege het feit dat naast de aangebrachte scheidingswanden, alle installaties zijn gesplitst waaronder zelfstandige klimaatbeheersing, sprinklerinstallaties, water- en elektriciteitsmeters, paslezer voor toegang verhuurde deel en de vluchtroute, komt het Verwijzingshof tot de conclusie dat de betreffende gedeelten op zowel de derde als de vijfde etage zelfstandig als een onroerende zaak kunnen worden aangemerkt. Derhalve is de vrijstelling van art. 15 lid 1 onder a WBR ook op deze gedeelten van toepassing.
Instantie | Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden |
Uitspraakdatum | 14-05-2019 |
ECLI | ECLI:NL:GHARL:2019:4125 |
Zaaknummer | 18/00617 |
Bijzondere kenmerken | Verwijzing na Hoge Raad |
Vindplaatsen | |
|
Y is eigenaar van een kantoorgebouw met meerdere verdiepingen. Met de Belastingdienst is in 2010 afgesproken dat de ingebruikname van het gebouw en de eventuele herziening voor de btw per etage zou worden bekeken. Y levert in 2013 het kantoorgebouw aan X. Op dat moment is de vierde etage minder dan twee jaar geleden in gebruik genomen. De derde en vijfde etage zijn gedeeltelijk in gebruik genomen. Voor de btw wordt de verkrijging aangemerkt als een overgang van een algemeenheid van goedere…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerde wetstoelichtingen
Overgang algemeenheid van goederen (art. 37d Wet OB)
Vrijstelling btw-belaste levering (art. 15.1.a WBR)