Verwijzingshof Don Bosco oordeelt dat sprake was van bouwterrein

De Hoge Raad heeft in juni 2011 in de Don Bosco-procedure geoordeeld dat de koopovereenkomst tussen partijen waarover werd geprocedeerd (levering grond met een oud gebouw in de sfeer van de overdrachtsbelasting, dan wel levering van bouwterrein in de BTW-sfeer), in feite, alle handelingen tezamen beschouwd, de levering van onbebouwd terrein tot voorwerp had.  In dat geval is voor de beoordeling of sprake is van een met BTW belaste levering niet van belang hoe ver de sloop van het oud gebouw op het moment van de verkrijging van het terrein was gevorderd, maar is de staat waarin en de omstandigheden waaronder het terrein uiteindelijk door verkoper aan koper wordt opgeleverd beslissend. De procedure werd verwezen naar Hof Den Haag ter beoordeling of het uiteindelijk opgeleverde terrein op het moment van de oplevering als onbebouwd terrein kwalificeerde in de zin van art. 11 lid 4 Wet OB.
Voor het verwijzingshof heeft de inspecteur zijn standpunt herzien; gelet op de staat waarin en de omstandigheden waaronder het terrein uiteindelijk door de verkoper aan belanghebbende is opgeleverd, was op het moment van de oplevering sprake is van een onbebouwd terrein als bedoeld in art. 11 lid 4 Wet OB. De levering was een van rechtswege met BTW belaste levering.
Het Hof heeft de naheffingsaanslag overdrachtsbelasting vernietigd.